ECLI:NL:HR:2008:BC9376

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/11564 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • F.H. Koster
  • A.J.A. van Dorst
  • H.A.G. Splinter-van Kan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van eerdere veroordelingen in verband met persoonsverwisseling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 april 2008 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van twee eerdere veroordelingen. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. H.K. Jap-A-Joe, had verzocht om herziening van de uitspraken van de Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam en de Politierechter in de Rechtbank te Haarlem. De veroordelingen betroffen onder andere opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het verstrekken van een reisdocument op basis van valse gegevens. De Hoge Raad oordeelde dat er ernstige twijfels bestonden over de rechtmatigheid van de eerdere uitspraken, met name door de mogelijkheid van een persoonsverwisseling. De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd dat de aanvrage gegrond was en dat de zaken opnieuw behandeld dienden te worden door het Gerechtshof te Amsterdam. De Hoge Raad verklaarde de aanvrage tot herziening gegrond en beval de opschorting van de tenuitvoerlegging van de eerdere vonnissen. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof, waar de zaken opnieuw op basis van artikel 467 van het Wetboek van Strafvordering behandeld zullen worden. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in strafzaken en de mogelijkheid tot herziening wanneer er nieuwe feiten of omstandigheden aan het licht komen die de eerdere oordelen in twijfel trekken.

Uitspraak

15 april 2008
Strafkamer
nr. 07/11564 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van in kracht van gewijsde gegane vonnissen van a) de Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam van 16 september 2004, nummer 13/037807-04 en b) de Politierechter in de Rechtbank te Haarlem van 20 december 2005, nummer 15/656569-05, ingediend door mr. H.K. Jap-A-Joe, advocaat te Utrecht, namens:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977, domicilie kiezende ten kantore van zijn raadsman.
1. De uitspraken waarvan herziening is gevraagd
De Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam heeft de aanvrager ter zake van 1. "opzettelijk handelen in strijd met het in artikel B (de Hoge Raad leest: artikel 2) onder C van de Opiumwet gegeven verbod" en 2. "opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod" bij verstek veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 90 uur, subsidiair 45 dagen hechtenis. De Politierechter in de Rechtbank te Haarlem heeft de aanvrager ter zake van 1. "een reisdocument op grond van valse gegevens doen verstrekken" en 2. "bezit van een niet op zijn naam gesteld reisdocument" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
2. De aanvrage tot herziening
2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. In de aanvrage wordt daartoe aangevoerd dat sprake is van een persoonsverwisseling.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de gewijsden zal bevelen en de zaken zal verwijzen naar het
Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaken op de voet van art. 467 Sv opnieuw zullen worden behandeld en afgedaan. De conclusie is aan dit arrest gehecht.
4. Beoordeling van de aanvrage
Gelet op hetgeen in de conclusie van de Advocaat-Generaal is weergegeven, is de aanvrage gegrond.
5. Slotsom
Uit het vorenoverwogene volgt dat zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv, zodat de aanvrage gegrond is en als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van:
a) het vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam van 16 september 2004;
b) het vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Haarlem van 20 december 2005;
verwijst de zaken naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaken op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zullen worden behandeld en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 15 april 2008.