ECLI:NL:HR:2008:BC9015
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over teruggave van in beslag genomen goederen in het kader van Europees aanhoudingsbevel
In deze zaak gaat het om een beklag van een klager die de teruggave van goederen verzoekt die bij zijn aanhouding in Spanje zijn in beslag genomen op basis van een Europees aanhoudingsbevel. De Rechtbank te Utrecht verklaart het klaagschrift deels niet-ontvankelijk, omdat zij van oordeel is dat het beslag moet worden opgeheven op de plaats waar het is gelegd, volgens de daar geldende regels. De Hoge Raad oordeelt echter dat de Rechtbank een verkeerde opvatting heeft gehanteerd. Volgens de Hoge Raad is het mogelijk om bij de Nederlandse rechter te klagen over de voortduring van het beslag, indien dit beslag heeft plaatsgevonden in het kader van een Europees aanhoudingsbevel, hetzij op verzoek van de Nederlandse Officier van Justitie, hetzij op eigen initiatief van de Spaanse autoriteiten. De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking van de Rechtbank en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift. De klager had niet alleen om teruggave van de in beslag genomen auto verzocht, maar ook om teruggave van andere goederen, waaronder tassen met kleding, een mobiele telefoon en een geldbedrag. De Rechtbank had het beklag voor deze overige goederen niet-ontvankelijk verklaard, maar de Hoge Raad oordeelt dat dit niet juist is.