ECLI:NL:HR:2008:BC8684
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aansprakelijkheid van rechtspersoon bij overtreding Wet goederenvervoer over de weg
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 juni 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de aansprakelijkheid van een rechtspersoon voor overtredingen van de Wet goederenvervoer over de weg (Wgw). De verdachte, een rechtspersoon, was vrijgesproken door het Hof van het tenlastegelegde feit, namelijk het niet naleven van de zorgplicht zoals vastgelegd in artikel 4 van de Wgw. De Hoge Raad oordeelde dat de aansprakelijkheid van een rechtspersoon voor overtredingen van artikel 5 van de Wgw kan worden gebaseerd op artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht, maar dat de tenlastelegging in dit geval correct was toegesneden op artikel 4 in verbinding met artikel 5 van de Wgw. Het Hof had geoordeeld dat de zorgplicht specifiek rust op de hoofden of bestuurders van de onderneming en niet zonder meer op de rechtspersoon zelf. De Hoge Raad bevestigde deze uitleg en oordeelde dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd bij zijn vrijspraak. De Hoge Raad verwierp het beroep in cassatie, waarmee de vrijspraak van de verdachte in stand bleef.