ECLI:NL:HR:2008:BC8416
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrecht en kennelijk onbehoorlijke taakvervulling van bestuurders in cassatie
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door [eiser] tegen de curator in de faillissementen van verschillende vennootschappen, waaronder Advideo Benelux B.V. en Vid-Films B.V. De curator had [eiser] gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam, waarbij hij vorderingen had ingesteld tot betaling van bedragen die voortvloeiden uit de faillissementen van de Advideo-groep. De rechtbank heeft [eiser] bij eindvonnis van 5 juni 2002 veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag, dat door de curator was gevorderd. [Eiser] heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 8 juni 2006 het vonnis gedeeltelijk heeft vernietigd, maar het merendeel van de vorderingen heeft bekrachtigd.
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in de cassatieprocedure zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft daarbij verwezen naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit blijkt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaalbedrag van € 8.105,34.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein en F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken op 16 mei 2008.