ECLI:NL:HR:2008:BC8093
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over arbeidsgeschil en salarisinschaling bij Holland Casino
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], Holland Casino gedagvaard voor de kantonrechter te Haarlem, met de vordering dat hij recht heeft op een jaarsalaris van ƒ 104.061,-- vanaf 1 september 2000. Holland Casino heeft de vordering bestreden. De kantonrechter heeft na verschillende tussenvonnissen en comparities van partijen bij eindvonnis van 3 november 2004 geoordeeld dat Holland Casino bij de berekening van het nieuwe loongebouw van eiser per 1 september 2000 moet uitgaan van een bedrag van ƒ 98.303,-- bruto per jaar. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat ook het hoger beroep van Holland Casino heeft behandeld. Het hof heeft bij arrest van 24 augustus 2006 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van eiser alsnog afgewezen, terwijl Holland Casino niet-ontvankelijk werd verklaard in het hoger beroep tegen eerdere vonnissen.
Tegen dit arrest heeft eiser cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van Advocaat-Generaal L. Timmerman, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De advocaat van eiser heeft gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Holland Casino zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad heeft op 23 mei 2008 uitspraak gedaan, waarbij de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dit behoeft geen nadere motivering.
De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in dit kader. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein.