ECLI:NL:HR:2008:BC7717
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Ontbinding en vernietiging van koopovereenkomst onroerend goed wegens tekortschieten en dwaling
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een koper en verkopers van onroerend goed over de ontbinding van de koopovereenkomst. De koper, aangeduid als [eiser], heeft de verkopers, aangeduid als [verweerders], gedagvaard voor de rechtbank Utrecht. De vordering van de koper was gericht op het verkrijgen van een schadevergoeding en de ontbinding van de koopovereenkomst, die volgens hem was tekortgeschoten. De verkopers hebben de vordering bestreden en in reconventie een boete en schadevergoeding geëist. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 13 november 2002 de koper toegelaten tot bewijslevering. Uiteindelijk heeft de rechtbank op 25 februari 2004 de vordering van de koper in conventie afgewezen, maar de zaak in reconventie doorverwezen naar de rol voor verdere afhandeling.
Tegen deze vonnissen heeft de verkoper hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, waar de koper incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft op 3 augustus 2006 de vonnissen van de rechtbank vernietigd en de vordering van de verkoper toegewezen, terwijl het incidenteel appel van de koper werd verworpen. De koper heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in de cassatie niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en de koper in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.
De uitspraak is gedaan door de vice-president J.B. Fleers en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en E.J. Numann, en is openbaar uitgesproken op 6 juni 2008.