ECLI:NL:HR:2008:BC7413
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van bewezenverklaring op basis van verklaring van één getuige in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 mei 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal met geweld, waarbij hij op 9 april 2004 in Amsterdam een vrouw had beroofd van haar tas en mobiele telefoon. De bewezenverklaring van het onder 5 tenlastegelegde feit steunde uitsluitend op de verklaring van één getuige, wat in strijd is met artikel 342 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel stelt dat het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan niet uitsluitend mag worden aangenomen op de verklaring van één getuige. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring onder 5 ontoereikend was gemotiveerd, omdat de verklaring van de getuige niet voldoende was om de schuld van de verdachte te bewijzen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen van het Hof over het onder 5 tenlastegelegde feit en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. Voor het overige werd het beroep verworpen. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak om niet alleen op getuigenverklaringen te steunen, maar ook op andere bewijsmiddelen.