ECLI:NL:HR:2008:BC7257
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Bewaarplicht van digitale gegevens inzake dagontvangsten in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 23 februari 2007, betreffende een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking. De belanghebbende, een afhaalrestaurant, kreeg voor het jaar 2002 een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd, waartegen bezwaar werd gemaakt. De Inspecteur handhaafde de aanslag en de boete, maar de Rechtbank te Leeuwarden verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraken van de Inspecteur. Het Hof bevestigde deze uitspraak, waarna de Staatssecretaris cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet onjuist heeft geoordeeld over de vraag of het niet bewaren van digitale gegevens naast papieren gegevens in strijd is met artikel 52 van de AWR. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk en kan niet in cassatie worden getoetst. Echter, het Hof heeft ten onrechte geoordeeld dat de detailgegevens van de bestellingen geen deel uitmaken van de boeken en bescheiden die de belanghebbende moet bewaren. Dit leidt tot de conclusie dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven, en de Hoge Raad verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort, P. Lourens, E.N. Punt en J.A.C.A. Overgaauw, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2008.