ECLI:NL:HR:2008:BC7256
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Bewaarplicht van detailgegevens van bestellingen in de omzetbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 maart 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende naheffingsaanslagen in de omzetbelasting opgelegd aan een vennootschap onder firma (v.o.f.) die een restaurant en afhaalcentrum exploiteert. De naheffingsaanslagen betroffen de jaren 2000 tot en met 2003, waarbij de Inspecteur had geconcludeerd dat niet alle bestellingen en betalingen in de verantwoorde omzet waren opgenomen. De belanghebbende had de detailgegevens van de bestellingen, die via een geautomatiseerd systeem waren ingevoerd, niet bewaard, maar enkel totaaloverzichten per dag. De Inspecteur stelde dat de belanghebbende niet voldeed aan de bewaarplicht zoals vastgelegd in artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
Het Hof had het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraken van de Inspecteur vernietigd voor het jaar 2002, maar de Hoge Raad oordeelde anders. De Hoge Raad verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en het beroep van de Staatssecretaris gegrond. De uitspraak van het Hof werd vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de detailgegevens van de bestellingen wel degelijk van belang waren voor de belastingheffing en dat de belanghebbende deze gegevens had moeten bewaren.
De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van het Hof dat de detailgegevens geen deel uitmaakten van de boeken en bescheiden die bewaard moesten worden, blijk gaf van een onjuiste opvatting van artikel 52, lid 1, van de AWR. De Hoge Raad achtte het niet nodig om de overige klachten van de Staatssecretaris te behandelen, aangezien de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven. De proceskosten werden niet toegewezen.