ECLI:NL:HR:2008:BC7254
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en boetebeschikking met betrekking tot onjuiste inlichtingen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X v.o.f. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een boetebeschikking. De naheffingsaanslag is opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2000, waarbij de Inspecteur na bezwaar de aanslag heeft gehandhaafd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de bestreden uitspraken vernietigd en de naheffingsaanslag en boetebeschikking verminderd. De Staatssecretaris van Financiën heeft hiertegen in cassatie beroep ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent griffierecht, proceskosten en kosten van bezwaar. De Hoge Raad verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat het toezenden van een concept-controlerapport waarbij gelegenheid wordt geboden te reageren, niet kan worden aangemerkt als een verzoek om inlichtingen in de zin van artikel 47, lid 1, AWR. Dit oordeel van het Hof is onvoldoende gemotiveerd en kan niet in stand blijven. De Staatssecretaris van Financiën wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
De zaak heeft belangrijke implicaties voor de verplichtingen van belastingplichtigen om inlichtingen te verstrekken aan de belastinginspecteur en de voorwaarden waaronder de omkering en verzwaring van de bewijslast kan worden toegepast. De Hoge Raad benadrukt dat de inspecteur expliciet om inlichtingen moet verzoeken voordat een schending van de verplichting kan worden aangenomen.