ECLI:NL:HR:2008:BC6744

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/328HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging huurkoopovereenkomst wegens ontbreken toestemming echtgenote

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 april 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vernietiging van een huurkoopovereenkomst. De eiseres, Westminster Rental B.V., had de verweerster gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, met het verzoek om de huurkoopovereenkomst te vernietigen. De verweerster stelde dat de overeenkomst niet geldig was omdat de toestemming van haar echtgenoot ontbrak, zoals vereist op grond van artikel 1:88 lid 1 onder d van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft in eerste instantie de vorderingen van de verweerster toegewezen, maar na verzet van Rental Lease werd dit verstekvonnis vernietigd en de vorderingen afgewezen.

De verweerster ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 17 augustus 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigde en het verstekvonnis bekrachtigde. Rental Lease heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Rental Lease veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak bevestigt de noodzaak van toestemming van de echtgenoot bij het aangaan van huurkoopovereenkomsten en onderstreept de toepassing van artikel 1:88 BW in dergelijke gevallen.

Uitspraak

25 april 2008
Eerste Kamer
Nr. C06/328HR
IV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
WESTMINSTER RENTAL B.V.,
gevestigd te Lewes, Delaware, USA en te 's-Gravenhage,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.B. van Heijningen,
t e g e n
[Verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Rental Lease en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
[Verweerster] heeft bij exploot van 27 november 2003 Rental Lease gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton en gevorderd, kort gezegd, vernietiging van de tussen partijen bestaande huurkoopovereenkomst, alsmede veroordeling van Rental Lease tot betaling van een bedrag van € 8.962,16 met rente en kosten.
Rental Lease is niet verschenen.
De kantonrechter heeft bij verstekvonnis van 16 december 2003 de vorderingen toegewezen.
Nadat Rental Lease in verzet was gekomen, heeft de kantonrechter bij vonnis van 6 mei 2004 het verstekvonnis vernietigd en de vorderingen alsnog afgewezen.
Tegen dit vonnis van de kantonrechter heeft [verweerster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 17 augustus 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verstekvonnis alsnog bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Rental Lease beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Rental Lease in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.D.H. Asser op 25 april 2008.