ECLI:NL:HR:2008:BC6629
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over causaal verband tussen ongeval en gezondheidsklachten in verzekeringsrecht
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], op 9 juni 2000 Interpolis Schade N.V. gedagvaard voor de rechtbank Breda. Hij vorderde uitkeringen ter zake van letsel dat hij had opgelopen tijdens het uitoefenen van zijn werkzaamheden, met nevenvorderingen. Interpolis heeft de vordering bestreden. De rechtbank heeft op 21 augustus 2001 een eerste tussenvonnis uitgesproken en op 22 januari 2002 een deskundige gelast. Uiteindelijk heeft de rechtbank op 6 augustus 2003 de vordering van eiser afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 17 oktober 2006 de vonnissen van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De cassatiedagvaarding is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Interpolis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak aan de zijde van Interpolis begroot op € 476,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.