ECLI:NL:HR:2008:BC6627
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling wegens verzwijging door schuldenaar
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de verzoeker, die op voordracht van de rechter-commissaris is uitgesproken. De rechtbank Utrecht heeft op 26 februari 2007 het vonnis uitgesproken om de schuldsaneringsregeling te beëindigen. De verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, dat op 3 mei 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. De verzoeker heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 25 april 2008 geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft daarbij verwezen naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit blijkt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer W.D.H. Asser, en de zaak is behandeld door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein en J.C. van Oven.