ECLI:NL:HR:2008:BC6235
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de onttrekking aan het verkeer van een schroevendraaier
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 mei 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft de onttrekking aan het verkeer van een schroevendraaier, die in beslag was genomen in het kader van een strafzaak tegen de verdachte. De verdachte was eerder vrijgesproken van verschillende tenlastegelegde feiten, maar was wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen voorwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd waarom het ongecontroleerde bezit van de schroevendraaier in strijd met de wet zou zijn. De Hoge Raad concludeerde dat de beslissing tot onttrekking aan het verkeer niet voldeed aan de eisen van de wet en dat de voorwaarden voor verbeurdverklaring van de schroevendraaier wel waren vervuld. Om doelmatigheidsredenen verklaarde de Hoge Raad het voorwerp verbeurd. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor zover het de onttrekking aan het verkeer van de schroevendraaier betrof. De overige onderdelen van het beroep werden verworpen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij beslissingen tot onttrekking aan het verkeer.