3.4. Het bij de aanvrage gevoegde stuk houdende een verklaring van [getuige 1], ten aanzien waarvan in de aanvrage wordt gesteld dat dit het verslag is van een gesprek dat op 5 september 2007 ten kantore van de raadsman van de aanvrager heeft plaatsgevonden, houdt in, voor zover hier van belang:
"Aanwezig zijn A.L. Stegeman, advocaat te Roermond, [betrokkene 1] en [getuige 1]
A: [Getuige 1], vertel eens, waarom ben je hier gekomen op kantoor?
K: voor de band van mijn zus en haar vriend recht te krijgen en om af te zien van de schadevergoeding en voor een valse aangifte
A: ja, u heeft het over een valse aangifte. Heb je het dan over de aangifte die jij toen gedaan hebt tegen [aanvrager]?
K: ja
A: je hebt toen gezegd dat hij onder andere jou geschopt heeft, de politie heeft dat in ieder geval zo opgeschreven en later bij de Rechter-Commissaris heb je dat nog een keer gezegd. Kun je mij eens precies vertellen wat er gebeurd is. Heeft hij bijvoorbeeld wel geschopt of, wat is er gebeurd?
K: hij heeft niet geschopt
A: hij heeft jou niet geschopt. Je bent wel tussenbeide gekomen?
K: ja
A: maar hij heeft niets tegen jou gedaan. Hij heeft je niet geschopt of geduwd, of wat dan ook?
K: nee
(...)
A: ja, maar jij bent er heel stellig in en het is ook conform de waarheid nu, dat hij jou niet geschopt heeft?
K: nee
A: waarom heb je dat bij de politie verklaard?
K: omdat ik dat moest zeggen van mijn stiefvader [getuige 3]
A: en wat heeft [getuige 3] daarover tegen jou gezegd. Wat heeft hij jou gevraagd dan?
K: om het maar zo te zeggen "om [aanvrager] een oor aan te naaien"
(...)
A: oké, wat is er precies gebeurd met die ruit in je voordeur. Bij de politie heb je verklaard dat je gezien hebt, zelf gezien hebt, dat [aanvrager] die ruit heeft ingeduwd met zijn hand. Wat kun je nu vertellen over wat er toen gebeurd is?
K: dat ik het niet precies weet, omdat ik achter mijn vader stond
A: kun je dat iets duidelijker schetsen, je stond in de gang van het huis?
K: ja, achterin de gang en mijn vader stond voor aan de deur en [aanvrager] stond aan de andere kant van de deur en zij waren, ik weet niet precies wat er allemaal is gebeurd toen, maar ik heb niet gezien dat [aanvrager] de ruit heeft ingeslagen
A: en je kon dat ook niet zien, want je stond achter je vader?
K: ja
(...)
A: kan het zijn dat die deur is dichtgeslagen of tegen de muur is geslagen of in het kozijn is dichtgeslagen en dat daarbij de ruit is kapot gegaan?
K: dat kan, maar dat weet ik niet zeker
A: dat weet je niet zeker. Dat heb je niet precies gezien?
K: nee
A: heeft [getuige 3] tegen jou gezegd dat je hierover iets moest vertellen bij de politie?
K: ja
A: wat heeft hij dan tegen jou gezegd?
K: dat hij met zijn linkervuist, met de palm van zijn hand, de ruit in heeft geslagen
A: dat heeft hij zo tegen jou gezegd. Dat moest jij tegen de politie zeggen?
K: ja
A: oké, en wat was zijn bedoeling dan. Waarom wilde hij dat jij dat zei?
K: om [aanvrager] een oor aan te naaien
A: ja, was [getuige 3] tamelijk boos op [aanvrager]?
K: ja
A: je hebt dat later ook allemaal bij de Rechter-Commissaris nog een keer verklaard, onder ede zelfs nog. Dat hij die ruit heeft ingeslagen, dat hij jou geschopt heeft. Is dat waar wat je daar verklaard hebt, of is dat ook niet waar?
K: dat is ook niet waar
A: en wil je dat intrekken nu?
K: ja
A: en dat is nu de waarheid wat je nu verklaart?
K: ja
A: oké. Ik heb je uitgelegd dat het strafbaar is om een valse aangifte te doen bij de politie
K: ja
A: heb je dat begrepen?
K: ja
A: en je bent je bewust van het risico dat je nu loopt?
K: ja
(...)
A: oké. Dus je wilt nu gewoon schoon schip maken?
K: ja
A: en dat is nu ook echt de waarheid die je nu verklaart?
K: ja
A: en heb ik jou gevraagd om hier te komen of ben je hier uit eigen beweging gekomen?
K: uit eigen beweging."