ECLI:NL:HR:2008:BC5823

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/13587HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsrecht en cassatieprocedure inzake faillietverklaring en misbruik van recht

In deze zaak, die zich afspeelt binnen het faillissementsrecht, heeft de CEF City Electrical Factors B.V. (hierna: CEF) op 26 juni 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Gravenhage om de Nederlandse Federatieve Vereniging voor de Groothandel op Electrotechnisch Gebied (hierna: FEG) in staat van faillissement te verklaren. FEG heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 8 augustus 2007 het verzoek van CEF afgewezen. CEF heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 6 december 2007 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en FEG in staat van faillissement heeft verklaard, met benoeming van een rechter-commissaris en aanstelling van een curator.

FEG heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die door FEG in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 18 april 2008 heeft de Hoge Raad het beroep van FEG verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A. Hammerstein en C.A. Streefkerk, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

18 april 2008
Eerste Kamer
Nr. 07/13587HR
IV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DE NEDERLANDSE FEDERATIEVE VERENIGING VOOR DE GROOTHANDEL OP ELECTROTECHNISCH GEBIED,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mrs. M. Ynzonides en E.D. van Geuns,
t e g e n
CEF CITY ELECTRICAL FACTORS B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat mr. D. Rijpma.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als FEG en CEF.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 26 juni 2007 ter griffie van de rechtbank 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft CEF zich gewend tot die rechtbank en verzocht FEG in staat van faillissement te verklaren.
FEG heeft het verzoek bestreden.
Na mondelinge behandeling van de zaak heeft de rechtbank bij vonnis van 8 augustus 2007 het verzoek afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft CEF hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Na mondelinge behandeling van de zaak heeft het hof bij arrest van 6 december 2007 het bestreden vonnis vernietigd en FEG in staat van faillissement verklaard, zulks met benoeming van een rechter-commissaris en met aanstelling van een curator.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft FEG beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
CEF heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
De advocaten van FEG hebben bij brief van 14 maart 2008 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A. Hammerstein en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 18 april 2008.