ECLI:NL:HR:2008:BC5823
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrecht en cassatieprocedure inzake faillietverklaring en misbruik van recht
In deze zaak, die zich afspeelt binnen het faillissementsrecht, heeft de CEF City Electrical Factors B.V. (hierna: CEF) op 26 juni 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Gravenhage om de Nederlandse Federatieve Vereniging voor de Groothandel op Electrotechnisch Gebied (hierna: FEG) in staat van faillissement te verklaren. FEG heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 8 augustus 2007 het verzoek van CEF afgewezen. CEF heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 6 december 2007 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en FEG in staat van faillissement heeft verklaard, met benoeming van een rechter-commissaris en aanstelling van een curator.
FEG heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die door FEG in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 18 april 2008 heeft de Hoge Raad het beroep van FEG verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A. Hammerstein en C.A. Streefkerk, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.