ECLI:NL:HR:2008:BC5821
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak in aanbouw en cassatieberoep
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 27 april 2005, betreffende de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan de a-straat 1 te Z, die in aanbouw was. De waarde was vastgesteld voor het tijdvak van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004. De directeur der Gemeentebelastingen van de gemeente 's-Gravenhage had de beschikking, na bezwaar van belanghebbende, gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelt dat het cassatieberoep van belanghebbende verzuimt om de dragende grond voor het oordeel van het Hof aan te vallen. De Hoge Raad stelt vast dat het beroep van belanghebbende gericht was tegen de uitspraak van de directeur betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De ongegrondverklaring van het beroep door het Hof had alleen betrekking op deze beschikking. Aangezien het cassatiemiddel enkel klaagt over een specifiek onderdeel van de uitspraak van het Hof, maar niet over de dragende overwegingen, kan het beroep in cassatie niet slagen.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 8 augustus 2008.