Uitspraak
Uitspraak wordt niet gepubliceerd
ECLI:NL:HR:2008:BC5814
Hoge Raad
- Cassatie
- A-G Niessen
- Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Juridische beoordeling van het begrip 'gebruik' in relatie tot onroerendezaakbelastingen voor panden in aanbouw
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 augustus 2008 uitspraak gedaan over de vraag of de eigenaar, bezitter of beperkt gerechtigde van een pand in aanbouw kan worden aangemerkt als gebruiker in de zin van artikel 220, onderdeel a, van de Gemeentewet. De belanghebbende, die eigenaar is van een pand in aanbouw, ontving een aanslag onroerendezaakbelastingen gebruikersbelasting en verzocht de Hoge Raad om de jurisprudentie ten aanzien van het begrip 'gebruik' te heroverwegen. De belanghebbende stelde dat de huidige interpretatie van 'gebruik' in strijd is met het rechtsgevoel.
De Advocaat-Generaal (A-G) Niessen heeft in zijn conclusie de bestaande jurisprudentie van de Hoge Raad besproken. Hij merkte op dat het begrip 'feitelijk gebruik' van een onroerende zaak traditioneel wordt uitgelegd als het metterdaad bezigen van die zaak ter bevrediging van eigen behoeften. De Hoge Raad heeft in het verleden geoordeeld dat er niet alleen sprake is van feitelijk gebruik wanneer een onroerend goed wordt gebruikt overeenkomstig zijn aard en inrichting. In 1995 is het begrip 'feitelijk gebruik' vervangen door 'gebruik', wat volgens de memorie van toelichting een verruiming van de definitie beoogde.
De A-G concludeerde dat de eigenaar van een pand in aanbouw, ondanks het feit dat er nog geen volwaardig gebouw is, moet worden aangemerkt als gebruiker van de onroerende zaak. Dit betekent dat de aanslag onroerendezaakbelastingen gebruikersbelasting terecht is opgelegd. De Hoge Raad heeft de conclusie van de A-G gevolgd en het beroep in cassatie ongegrond verklaard. De uitspraak is niet gepubliceerd, maar de implicaties van deze beslissing zijn van belang voor de interpretatie van het begrip 'gebruik' in de context van onroerendezaakbelastingen.