ECLI:NL:HR:2008:BC5724

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/014HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing schadevordering na beëindiging overeenkomst in overeenkomstenrecht

In deze zaak heeft Atlantic Cargo Services B.V. (hierna: Atlantic) M&S Mode B.V. (hierna: M&S Mode) gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, waarbij Atlantic vergoeding van schade vorderde die zij had geleden na de beëindiging van een overeenkomst. De vordering was ingesteld op 16 juli 2002 en betrof schade die opgemaakt diende te worden bij staat, met nevenvorderingen. M&S Mode heeft de vordering bestreden, waarna de rechtbank op 14 januari 2004 de vordering van Atlantic toewijsde.

M&S Mode ging echter in hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 31 augustus 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigde en de vordering van Atlantic afwees. Tegen dit arrest heeft Atlantic cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de Advocaat-Generaal L. Strikwerda concludeerde tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft op 18 april 2008 het beroep van Atlantic verworpen en Atlantic veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van M&S Mode zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

18 april 2008
Eerste Kamer
Nr. C07/014HR
IV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
ATLANTIC CARGO SERVICES B.V.,
gevestigd te Zaandam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.Th.R.F. Carli,
t e g e n
M&S MODE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Atlantic en M&S Mode.
1. Het geding in feitelijke instanties
Atlantic heeft bij exploot van 16 juli 2002 M&S Mode gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en gevorderd, kort gezegd, vergoeding van haar geleden en nog te lijden schade vanaf de datum van de tussen partijen beëindigde overeenkomst, op te maken bij staat, met nevenvorderingen.
M&S Mode heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 14 januari 2004 de vordering van Atlantic toegewezen.
Tegen dit vonnis heeft M&S Mode hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 31 augustus 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering van alsnog afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Atlantic beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
M&S Mode heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Atlantic in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van M&S Mode begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 18 april 2008.