ECLI:NL:HR:2008:BC4846
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrechtelijke procedure inzake termijnstelling door curator en misbruik van recht
In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van Cantor Holding B.V. en Beleggingsmaatschappij Mercurius B.V. tegen de curator in het faillissement van Ebcon Holding N.V. De Hoge Raad behandelt de vraag of de curator misbruik van recht heeft gemaakt door een termijn te stellen voor de uitoefening van pandrechten door de verzoeksters. Op 10 juli 2001 werd Ebcon Holding N.V. failliet verklaard. Cantor en Mercurius, als schuldeisers, stelden een pandrecht te hebben op vorderingen van Ebcon. De curator stelde hen op 5 juli 2006 een termijn om hun rechten uit te oefenen, welke termijn meermaals werd verlengd. De verzoeksters verzochten de rechter-commissaris om vernietiging van deze termijnstelling, stellende dat de curator misbruik van recht maakte.
De rechter-commissaris verklaarde Cantor en Mercurius ontvankelijk in hun verzoek tot verlenging van de termijn, maar verklaarde hen niet-ontvankelijk in hun verzoek tot vernietiging, omdat de termijnstelling door de curator was toegewezen. Cantor en Mercurius gingen in hoger beroep, maar de rechtbank wees hun verzoek af. De Hoge Raad oordeelt dat de curator, door het stellen van een termijn, niet in strijd handelt met het gelijkheidsbeginsel en dat de termijnstelling een vlotte afwikkeling van het faillissement bevordert. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt de verzoeksters in de kosten van het geding.