ECLI:NL:HR:2008:BC4845
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 april 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de afwijzing van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, aangeduid als [verzoeker], had op 2 maart 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Arnhem om de schuldsaneringsregeling op hem van toepassing te verklaren. De rechtbank heeft dit verzoek op 1 mei 2007 afgewezen. Hierop heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 18 juni 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten die in de cassatieprocedure zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekte tot verwerping van het beroep, wat door de Hoge Raad is overgenomen.
De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president J.B. Fleers en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, en is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann. De beslissing houdt in dat het beroep van [verzoeker] wordt verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand blijven.