ECLI:NL:HR:2008:BC4763
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing over voordeel uit ter beschikking gestelde auto voor grensarbeider
In deze zaak gaat het om een in Nederland wonende grensarbeider, die in België werkt en wiens werkgever niet inhoudingsplichtig is volgens de Wet-LB. De belanghebbende ontving voor de jaren 2001 en 2002 aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, welke na bezwaar door de Inspecteur zijn gehandhaafd. Het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. De belanghebbende heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de belastingheffing over het salaris van de belanghebbende op basis van het belastingverdrag tussen Nederland en België aan Nederland is toegewezen. Dit was niet in geschil. De kern van de zaak was of het voordeel uit de ter beschikking gestelde auto van de werkgever tot het belastbare inkomen van de belanghebbende behoorde. De belanghebbende stelde dat zijn werkgever, vanwege de vrijstelling van inhoudingsplicht, niet als inhoudingsplichtige kon worden beschouwd, waardoor hij zelf geen werknemer was in de zin van de Wet op de loonbelasting.
De Hoge Raad verwierp dit standpunt. Het Hof had terecht vastgesteld dat de werkgever, hoewel vrijgesteld van inhoudingsplicht, niet zijn status als inhoudingsplichtige verliest. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, en oordeelde dat de middelen van de belanghebbende niet opgingen. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten.