ECLI:NL:HR:2008:BC4492
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de omvang van de rechtsstrijd in appel in een koopovereenkomst
In deze zaak heeft eiseres, gevestigd te [vestigingsplaats], op 25 november 1999 verweerster, eveneens gevestigd te [vestigingsplaats], gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage. Eiseres vorderde onder andere een verklaring voor recht dat verweerster toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van een overeenkomst, alsook een veroordeling tot betaling van een bedrag van ƒ 38.187,50, schadevergoeding en kosten. Verweerster heeft de vordering bestreden. De rechtbank heeft na verschillende tussenvonnissen op 13 november 2002 de vorderingen van eiseres toegewezen.
Verweerster ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar eiseres incidenteel hoger beroep instelde. Het hof heeft na een tussenarrest op 23 november 2005 op 31 mei 2006 de eerdere vonnissen van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van eiseres afgewezen. Eiseres heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze arresten van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerster zijn begroot op € 646,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit arrest is gewezen op 14 maart 2008.