ECLI:NL:HR:2008:BC4061
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aansprakelijkheid voor onrechtmatige hinder door stofoverlast
In deze zaak hebben de eisers, een tuinbouwbedrijf en twee andere partijen, de verwerende partijen, een afvalverwerkingsbedrijf, gedagvaard wegens schade die zij zouden hebben geleden door stofoverlast. De eisers vorderden een schadevergoeding van ƒ 427.903,--, met de mogelijkheid om de schade nader op te maken bij staat. De rechtbank 's-Gravenhage heeft de vordering in een eindvonnis van 20 mei 1998 afgewezen, na eerdere tussenvonnissen waarin bewijslevering was gelast. De eisers hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar zij hun vordering hebben aangepast. Het hof heeft de eerdere vonnissen bekrachtigd in een eindarrest van 19 juli 2006, waarop de eisers cassatie hebben ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van de eisers niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de vordering van de eisers verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 5.905,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de vice-president D.H. Beukenhorst en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 7 maart 2008.