ECLI:NL:HR:2008:BC3744
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Medeplegen drievoudige moord in Helmond in het kader van ripdeal
In deze zaak gaat het om de cassatie van een veroordeling voor medeplegen van drievoudige moord in Helmond in 2003, in het kader van een ripdeal die volgde op een eerdere mislukte drugsdeal. De verdachte is door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.P.M.A. Laeyendecker. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn opgenomen in een schriftuur die aan het arrest is gehecht.
De Hoge Raad heeft kennisgenomen van de conclusie van de Advocaat-Generaal Machielse, die heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad overweegt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk komt de Hoge Raad tot de slotsom dat geen van de middelen tot cassatie kan leiden en dat er ook geen grond aanwezig is om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen. Daarom wordt het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en is uitgesproken op 1 april 2008.