ECLI:NL:HR:2008:BC3744

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01952/07
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen drievoudige moord in Helmond in het kader van ripdeal

In deze zaak gaat het om de cassatie van een veroordeling voor medeplegen van drievoudige moord in Helmond in 2003, in het kader van een ripdeal die volgde op een eerdere mislukte drugsdeal. De verdachte is door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.P.M.A. Laeyendecker. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn opgenomen in een schriftuur die aan het arrest is gehecht.

De Hoge Raad heeft kennisgenomen van de conclusie van de Advocaat-Generaal Machielse, die heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad overweegt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk komt de Hoge Raad tot de slotsom dat geen van de middelen tot cassatie kan leiden en dat er ook geen grond aanwezig is om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen. Daarom wordt het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en is uitgesproken op 1 april 2008.

Uitspraak

1 april 2008
Strafkamer
nr. 01952/07
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 12 december 2006, nummer 20/004111-04, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Nieuw Vosseveld" te Vught.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.P.M.A. Laeyendecker, advocaat te Oss, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De Hoge Raad heeft kennisgenomen van het schriftelijk commentaar van de raadsman op de conclusie van de
Advocaat-Generaal.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 1 april 2008.