ECLI:NL:HR:2008:BC3391
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming van verplichtingen
In deze zaak hebben verzoekers tot cassatie, [Verzoeker 1] en [Verzoekster 2], zich gewend tot de Hoge Raad na een eerdere uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de beëindiging van de schuldsaneringsregeling, die was aangevraagd door de toenmalige bewindvoerder van de verzoekers. De rechtbank te Utrecht had op 27 november 2006 de schuldsaneringsregeling beëindigd, waarop de verzoekers in hoger beroep gingen. Het gerechtshof bekrachtigde op 18 januari 2007 de beslissing van de rechtbank. Hierna hebben de verzoekers cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof heeft bevestigd.
De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 28 maart 2008 en is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann. De beslissing houdt in dat het beroep van de verzoekers wordt verworpen, waarmee de beëindiging van de schuldsaneringsregeling definitief is.