ECLI:NL:HR:2008:BC3353
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wijziging omgangsregeling en dwangsomveroordeling in familierechtelijke procedure
In deze zaak heeft de vader, na een eerdere beschikking van de rechtbank Almelo, verzocht om wijziging van de omgangsregeling met zijn vier kinderen. De rechtbank had eerder op 25 maart 2005 een omgangsregeling vastgesteld, maar de vader wilde deze wijzigen om twee proefcontacten onder begeleiding te laten plaatsvinden. De moeder heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 20 maart 2006 de omgangsregeling voor de drie jongste kinderen gewijzigd, maar de omgang met de oudste dochter afgewezen. De vader ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 27 februari 2007 de beschikking van de rechtbank vernietigde en een nieuwe omgangsregeling vaststelde. Tevens werd de moeder veroordeeld tot een dwangsom van € 1.000 per keer dat zij niet meewerkte aan de omgangsregeling, met een maximum van € 15.000. De moeder heeft cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het hof. De Hoge Raad heeft de klachten van de moeder in het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep van de moeder verworpen, waarbij werd opgemerkt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking is gegeven op 4 april 2008 door de betrokken raadsheren.