ECLI:NL:HR:2008:BC2801
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een bestuurder voor niet nagekomen overeenkomst in vennootschapsrecht
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de aansprakelijkheid van een bestuurder van een vennootschap voor een niet nagekomen overeenkomst. De zaak is ontstaan uit een eerder arrest van de Hoge Raad van 12 maart 2004, waarin het gerechtshof te 's-Hertogenbosch een eerdere uitspraak had vernietigd en de zaak had verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Na een memoriewisseling tussen de partijen heeft het hof op 9 november 2004 [eiser] toegelaten tot bewijslevering. Uiteindelijk heeft het hof op 23 mei 2006 in het principaal appel het beroep tegen eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Hertogenbosch verworpen, maar in het incidenteel appel het eindvonnis van 14 januari 2000 gedeeltelijk vernietigd met betrekking tot de rente. Het hof heeft [eiser] veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan wettelijke rente aan de vennootschap IDAT.
Tegen deze uitspraak heeft [eiser] cassatie ingesteld, terwijl IDAT incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekte tot verwerping van zowel het principale als het incidentele beroep. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 april 2008 het principale beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Tevens heeft de Hoge Raad het incidentele beroep verworpen en IDAT in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.