ECLI:NL:HR:2008:BC2203
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 17 november 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Almelo om de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 9 januari 2007 dit verzoek afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 19 maart 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft verzoeker cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de klachten geen nadere motivering behoeven omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken op 8 februari 2008 door de raadsheer W.D.H. Asser, in aanwezigheid van de raadsheren P.C. Kop en F.B. Bakels.