ECLI:NL:HR:2008:BC1965
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslagen inkomstenbelasting en interne compensatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 januari 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 1999 en 2000. De belanghebbende, aangeduid als X te Z, had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen, welke door de Inspecteur waren verminderd. Vervolgens heeft het Hof de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld, waarbij de Staatssecretaris van Financiën een verweerschrift heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld, waarbij het Hof in zijn uitspraak voor het jaar 2000 had geoordeeld dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de schulden waarop een bedrag aan rente van ƒ 24.464 betrekking had, waren aangegaan in verband met de verwerving van een tweede woning in Portugal. De Hoge Raad oordeelde dat de uitspraak van het Hof onvoldoende gemotiveerd was, omdat de Inspecteur had erkend dat de verhoging van de hypotheekschuld in verband stond met deze woning. Hierdoor was het oordeel van het Hof onbegrijpelijk. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie voor het jaar 1999 ongegrond, maar voor het jaar 2000 gegrond. Het geding voor het jaar 2000 werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens werd bepaald dat de Staat het griffierecht van € 103 aan de belanghebbende diende te vergoeden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen waren voor een veroordeling in de proceskosten, en dat het verwijzingshof zou beoordelen of een vergoeding voor de kosten van het geding voor het Hof aan de belanghebbende toekwam.