ECLI:NL:HR:2008:BC1871
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Erfrechtelijke geschil over de geldigheid van een testament en wilsonbekwaamheid van de erflater
In deze zaak gaat het om een erfrechtelijk geschil tussen erfgenamen over de geldigheid van een testament. De eiseres en de gezamenlijke erfgenamen van wijlen de erflater hebben in cassatie de geldigheid van het testament betwist, met als argument dat de erflater ten tijde van het opmaken van het testament wilsonbekwaam was. De rechtbank Almelo heeft in eerste aanleg de vordering van de verweerders afgewezen en het testament van de erflater vernietigd. De verweerders hebben hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat in een eindarrest het eerdere vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de eisers heeft veroordeeld om uitvoering te geven aan het testament. De eisers hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De uitspraak is gedaan op 1 februari 2008.