ECLI:NL:HR:2008:BC1850
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over de totstandkoming van een huurovereenkomst met koopoptie
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [eiseres] en [verweerder] over de totstandkoming van een huurovereenkomst die voorzien was van een koopoptie. [Verweerder] heeft [eiseres] gedagvaard voor de kantonrechter te Eindhoven, waarbij hij vorderde dat [eiseres] zou meewerken aan het transport van een pand, onder verplichting van [verweerder] tot betaling van de koopsom. Daarnaast vorderde hij een bedrag van € 7.535,04 van [eiseres], vermeerderd met rente en kosten. De kantonrechter heeft de vordering op 2 september 2004 afgewezen. Hierop heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, terwijl [eiseres] voorwaardelijk incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft op 10 januari 2006 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van [verweerder] grotendeels toegewezen. Tegen dit arrest heeft [eiseres] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 1 februari 2008 het beroep in cassatie verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie voor rekening van [eiseres] zijn gekomen, begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO.