ECLI:NL:HR:2008:BC1486
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Subrogatie van de borg in de rechten van de bank na uitwinning van de borgtocht en de toepassing van overgangsrecht in het nieuwe Burgerlijk Wetboek
In deze zaak gaat het om de vraag of de Provincie Utrecht, die als borg heeft opgetreden voor de Stichting Medisch Centrum Berg en Bosch, zich kan subrogëren in de rechten van ING Bank N.V. na het voldoen van de borgtocht. De Provincie heeft ING gedagvaard en vorderingen ingesteld, waaronder de verklaring voor recht dat zij is gesubrogeerd in de rechten van ING jegens de Stichting. De rechtbank heeft de vordering van de Provincie toegewezen, maar ING heeft hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof heeft het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd, maar de Provincie heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld in het licht van de overgangswet van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, dat op 1 januari 1992 in werking is getreden. De Hoge Raad oordeelt dat de oude regels omtrent borgtocht van toepassing blijven op lopende overeenkomsten, en dat de Provincie zich op gelijke voet met ING kan verhalen op de opbrengst van de zekerheden van de Stichting. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Provincie wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.