ECLI:NL:HR:2008:BC1264

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/11300
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsrecht en cassatieprocedure inzake verzoek tot faillietverklaring

In deze zaak heeft Santander Consumer Finance B.V. (voorheen Abfin B.V.) op 19 juni 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Hertogenbosch om [verzoeker] in staat van faillissement te verklaren. [Verzoeker] heeft dit verzoek bestreden. Na een mondelinge behandeling heeft de rechtbank op 25 juli 2007 [verzoeker] in staat van faillissement verklaard, met benoeming van een rechter-commissaris en aanstelling van een curator. Hiertegen heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 30 augustus 2007 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft [verzoeker] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 22 februari 2008 geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep in cassatie wordt verworpen. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

22 februari 2008
Eerste Kamer
07/11300
RM/AG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
SANTANDER CONSUMER FINANCE B.V., voorheen Abfin B.V.,
gevestigd te Sassenheim,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en Santander.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 19 juni 2007 ter griffie van de rechtbank te 's-Hertogenbosch ingediend verzoekschrift heeft Santander zich gewend tot die rechtbank en verzocht [verzoeker] in staat van faillissement te verklaren.
[Verzoeker] heeft het verzoek bestreden.
Na mondelinge behandeling van de zaak heeft de rechtbank bij vonnis van 25 juli 2007 [verzoeker] in staat van faillissement verklaard, met benoeming van een rechter-commissaris en met aanstelling van een curator.
Tegen dit vonnis heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Na mondelinge behandeling van de zaak heeft het hof bij arrest van 30 augustus 2007 het bestreden vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Santander heeft geen verweerschrift ingediend.
De zaak is voor [verzoeker] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 22 februari 2008.