ECLI:NL:HR:2008:BC1237
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verzekeringszaak inzake letselschade na verkeersongeval met onbegrijpelijk oordeel over aansprakelijkheid
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een geschil over de aansprakelijkheid voor letselschade na een verkeersongeval dat plaatsvond op 11 februari 1998. De eiser, destijds 16 jaar oud, werd aangereden door de verweerder, die in een personenauto reed. De ouders van de eiser hebben AXA SCHADE N.V. gedagvaard, waarbij zij vorderden dat AXA volledig aansprakelijk zou worden gesteld voor de door hun zoon geleden schade. De rechtbank oordeelde echter dat AXA c.s. voor 50% aansprakelijk was, wat door het gerechtshof te Amsterdam werd bekrachtigd. De eiser heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest, waarbij de Hoge Raad de zaak heeft beoordeeld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank en het hof onvoldoende rekening hebben gehouden met de omstandigheden van het ongeval. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onterecht had geconcludeerd dat de wijze van rijden van de verweerder niet meer dan 50% van de oorzaak van het ongeval was. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werden AXA c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de eiser zijn begroot op € 462,05 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de feiten en omstandigheden in letselschadezaken, vooral wanneer het gaat om de vaststelling van aansprakelijkheid. De Hoge Raad heeft in dit geval de noodzaak van een deskundigenbericht niet uitgesloten, wat kan leiden tot een herbeoordeling van de aansprakelijkheid in de vervolgprocedure.