ECLI:NL:HR:2008:BC0374

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/248HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over omzetderving door fouten in productieplanning en prijsvaststelling van komkommers

In deze zaak gaat het om een geschil tussen een tuinbouwcoöperatie en haar leden over omzetderving die zou zijn ontstaan door vermeende fouten in de productieplanning en prijsvaststelling van komkommers. De eisers, bestaande uit vier leden van de coöperatie, hebben VTN c.s. gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage. Ze vorderden primair een schadevergoeding gelijk aan de betaalde veilingprovisie over 1997 en subsidiair een bedrag nader op te maken bij staat, inclusief rente en kosten. De rechtbank heeft de vordering op 1 maart 2000 afgewezen, waarna de eisers hoger beroep hebben ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft op 2 mei 2006 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.

Tegen dit arrest hebben de eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 18 januari 2008 het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 1.621,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

18 januari 2008
Eerste Kamer
Nr. C06/248HR
MK/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Eiser 3],
wonende te [woonplaats],
4. [Eiser 4],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
1. COÖPERATIE VOEDINGSTUINBOUW NEDERLAND U.A.,
2. THE GREENERY B.V. (voorheen genaamd THE GREENERY INTERNATIONAL B.V.),
beiden gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en VTN c.s., verweersters ook afzonderlijk als VTN en The Greenery.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] c.s. hebben bij exploot van 4 maart 1999 VTN c.s. gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage en gevorderd, kort gezegd, primair VTN c.s. te veroordelen om aan ieder van hen afzonderlijk te betalen primair een bedrag gelijk aan de betaalde veilingprovisie over 1997 en subsidiair een bedrag nader op te maken bij staat, met rente en kosten.
VTN c.s. hebben de vordering weersproken.
De rechtbank heeft bij vonnis van 1 maart 2000 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 2 mei 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
VTN c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor VTN c.s. mede door S.M. Kingma, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van VTN c.s. begroot op € 1.621,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 18 januari 2008.