ECLI:NL:HR:2008:BB8655
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen gemeente en particuliere grondeigenaar over de rechtsgeldigheid en uitvoering van een ruilovereenkomst
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een particuliere grondeigenaar, aangeduid als [eiseres], en de Gemeente Leiden over de rechtsgeldigheid en uitvoering van een ruilovereenkomst. De [eiseres] heeft de Gemeente op 7 november 2001 gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld die onder andere betrekking hebben op de teruglevering van onroerende zaken en schadevergoeding wegens gederfde huurinkomsten. De Gemeente heeft de vorderingen bestreden en in reconventie vorderingen ingesteld tot ontruiming van een perceel en het gedogen van bouwwerkzaamheden. De rechtbank heeft op 19 november 2003 in conventie de vorderingen van [eiseres] afgewezen en in reconventie de vorderingen van de Gemeente toegewezen. Hierop heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 26 januari 2006 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd en de gewijzigde eis van [eiseres] heeft afgewezen. Tegen dit arrest heeft [eiseres] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 1 februari 2008 het cassatieberoep verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn toegewezen aan de Gemeente, begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, zonder dat nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtontwikkeling.