ECLI:NL:HR:2008:BB8644
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van CAO en loonvordering in arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een loonvordering die door [verweerder] is ingesteld tegen [eiseres] op basis van een in de arbeidsovereenkomst van toepassing verklaarde bedrijfs-CAO. [Verweerder] was als chauffeur-begeleider in dienst bij [A] B.V. en heeft na de overname door [eiseres] aanspraak gemaakt op loon en toeslagen die volgens hem verschuldigd waren op basis van de bedrijfs-CAO. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vordering van [verweerder] gedeeltelijk toegewezen, maar [eiseres] ging in hoger beroep. Het gerechtshof te 's-Gravenhage bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, maar [eiseres] ging in cassatie tegen deze beslissing.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof onterecht heeft geoordeeld over de toepasselijkheid van de CAO. De Hoge Raad oordeelt dat de exacte naam van de CAO zoals vermeld in de arbeidsovereenkomst niet beslissend is voor de vraag of deze CAO van toepassing is op [verweerder]. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt [verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de uitleg van arbeidsovereenkomsten en de toepasselijkheid van collectieve arbeidsovereenkomsten, vooral in situaties waarin de exacte naam van de CAO ter discussie staat. De Hoge Raad benadrukt dat de intentie van de partijen en de context van de arbeidsovereenkomst cruciaal zijn voor de beoordeling van de toepasselijkheid van een CAO.