ECLI:NL:HR:2008:BB8106

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/265HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding wegens bedrog bij kooptransactie door verzwijging van bebouwingsmogelijkheid

In deze zaak gaat het om een geschil tussen een eiseres en meerdere verweerders, waaronder de Gemeente Oirschot, over schadevergoeding die voortvloeit uit bedrog bij een kooptransactie. De eiseres heeft de verweerders gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarbij zij vorderde dat de verweerders onrechtmatig hebben gehandeld door het verzwijgen van een bebouwingsmogelijkheid van een stuk grond. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiseres op 8 mei 2002 afgewezen. Hierop heeft de eiseres hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft in zijn eindarrest van 7 februari 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigd, maar alleen wat betreft de proceskostenveroordeling, en het vonnis voor het overige bekrachtigd. Tegen deze arresten heeft de eiseres cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft op 25 januari 2008 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak. De raadsheren hebben geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper gevolgd, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad heeft de eiseres bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders zijn begroot op een totaalbedrag van € 2.567,34.

Deze uitspraak benadrukt het belang van transparantie en eerlijkheid in kooptransacties, vooral wanneer het gaat om informatie die van invloed kan zijn op de waarde en het gebruik van onroerend goed. De beslissing van de Hoge Raad bevestigt dat de rechterlijke instanties de vorderingen van de eiseres niet hebben kunnen honoreren, wat de rechtszekerheid in dergelijke geschillen bevordert.

Uitspraak

25 januari 2008
Eerste Kamer
Nr. C06/265HR
MK/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. DE GEMEENTE OIRSCHOT,
zetelende te Oirschot,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. G. Snijders,
4. [Verweerder 4],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder] c.s., verweerders in cassatie ook afzonderlijk als [verweerder 1], [verweerder 2], de Gemeente en [verweerder 4].
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiseres] heeft bij exploot van 20 mei 1999 [verweerder] c.s. gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch en gevorderd, kort gezegd, na wijziging van eis, te verklaren voor recht dat [verweerder] c.s. zowel gezamenlijk als ieder voor zich jegens [eiseres] en haar echtgenoot [betrokkene 1] onrechtmatig hebben gehandeld, alsmede dat [verweerder] c.s. aansprakelijk zijn voor de door [eiseres] tengevolge van dat onrechtmatig handelen geleden schade en nog te lijden schade en [verweerder] c.s. te veroordelen om aan [eiseres] te betalen kosten, schaden en interessen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met rente en kosten.
[Verweerder] c.s. hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 8 mei 2002 de vorderingen van [eiseres] afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Na tussenarresten van 10 februari 2004 en 13 september 2005 heeft het hof bij eindarrest van 7 februari 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigd, doch uitsluitend voorzover het de proceskostenveroordeling betreft, en het vonnis van de rechtbank voor het overige bekrachtigd.
De tussenarresten en het eindarrest van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen deze arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder 1], [verweerder 2] en de Gemeente hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Tegen [verweerder 4] is verstek verleend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder 1], [verweerder 2] en de Gemeente begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, en aan de zijde van [verweerder 4] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 25 januari 2008.