ECLI:NL:HR:2008:BB7843
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aftrekbaarheid van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de aftrekbaarheid van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting voor het jaar 2001. Belanghebbende, die van september 2001 tot en met januari 2002 de pabo-opleiding volgde, had in 2001 scholingsuitgaven gedaan van € 1996,02. Na bezwaar tegen de opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting, heeft de Inspecteur de aanslag verminderd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verder verminderd, wat leidde tot het cassatieberoep van de Staatssecretaris.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak op 14 maart 2008 geoordeeld dat de vergelijking van de scholingsuitgaven met de normbedragen, zoals vastgelegd in artikel 6.29, lid 1 van de Wet IB 2001, correct is uitgevoerd door het Hof. De Hoge Raad concludeert dat de normbedragen per studiemaand moeten worden bezien en dat de scholingsuitgaven van belanghebbende de normbedragen overschrijden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelt de Staatssecretaris in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 805 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest bevestigt de uitspraak van het Hof en verduidelijkt de toepassing van de wet met betrekking tot scholingsuitgaven en de bijbehorende normbedragen.