ECLI:NL:HR:2008:BB7662
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtmatigheid van een doorzoeking op basis van anonieme melding van de AIVD
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een anonieme melding aan de AIVD over de aanwezigheid van wapens en munitie op een specifiek adres. De melding, die afkomstig was van een onbekende beller, leidde tot een politieonderzoek en een daaropvolgende doorzoeking van de woning van de verdachte. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende grond had gevonden voor een 'redelijk vermoeden' dat er wapens of munitie aanwezig waren, en dat de doorzoeking derhalve niet was gedekt door artikel 49 van de Wet wapens en munitie. De Hoge Raad benadrukte dat de anonieme melding, hoewel een basis voor verder onderzoek, niet voldoende was zonder aanvullende belastende informatie. Het Hof had de aan de AIVD verstrekte informatie niet als voldoende geacht, en de Hoge Raad concludeerde dat deze beoordeling niet onjuist of onbegrijpelijk was. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de vrijspraak van de verdachte voor de tenlastegelegde feiten, waarbij ook de bewijsuitsluiting van de aangetroffen wapens en munitie werd bevestigd. De uitspraak onderstreept de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de omstandigheden bij het vaststellen van een redelijk vermoeden voor een doorzoeking.