ECLI:NL:HR:2008:BB7096
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Verwerping beroep op noodweer in mishandelingszaak met onvoldoende motivering door het Hof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 januari 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1955 en werkzaam als toezichthouder bij de Milieuadviesdienst, was eerder veroordeeld voor mishandeling van een garagehouder, [slachtoffer], tijdens een milieucontrole op 6 januari 2005. De verdachte had [slachtoffer] in het gezicht geslagen, wat leidde tot een bloedend wondje. Het Hof had het beroep op noodweer van de verdachte verworpen, omdat de afstand tussen de verdachte en [slachtoffer] op het moment van de aanranding te groot zou zijn geweest om noodweer te rechtvaardigen. De Hoge Raad oordeelde echter dat de overwegingen van het Hof onvoldoende inzicht gaven in de gedachtegang achter deze beslissing. De Hoge Raad benadrukte dat een beroep op noodweer ook kan slagen bij een onmiddellijk dreigend gevaar voor een wederrechtelijke aanranding, en dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd waarom dit in dit geval niet aan de orde was. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij de afwijzing van een beroep op noodweer.