ECLI:NL:HR:2008:BB5077
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring van merkrechten Hugo Boss wegens non-usus en geldige reden
In deze zaak gaat het om de vervallenverklaring van de merkrechten van Hugo Boss, die zijn aangevochten door Reemtsma. Reemtsma heeft Hugo Boss gedagvaard op 13 augustus 1999, met de vordering dat de merkrechten van Hugo Boss op grond van non-usus zijn vervallen. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 13 februari 2002 de vordering van Reemtsma toegewezen. Hugo Boss heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft op 4 augustus 2005 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, met uitzondering van een punt dat in cassatie niet van belang was. Hugo Boss heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft op 11 januari 2008 uitspraak gedaan. De kern van de zaak betreft de vraag of Hugo Boss een 'geldige reden' had voor het uitblijven van normaal gebruik van haar merken gedurende een onafgebroken periode van vijf jaar, zoals vereist door de artikelen 5 lid 2 BMW en 5 lid 3 (oud) BMW. De Hoge Raad oordeelde dat de door Hugo Boss aangevoerde omstandigheden niet als buiten haar macht liggend konden worden aangemerkt en dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat er geen geldige reden was voor het niet-gebruik van de merken.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd Reemtsma veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Hugo Boss waren begroot op € 444,11 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris. Dit arrest is van belang voor de uitleg van de term 'geldige reden' in het merkenrecht en de toepassing van de richtlijnconforme uitleg van de relevante artikelen.