ECLI:NL:HR:2008:BB4775
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onteigeningszaak betreffende vaststelling van schadeloosstelling en waardebepaling
In deze onteigeningszaak heeft de Hoge Raad op 15 februari 2008 uitspraak gedaan over de vaststelling van de schadeloosstelling voor HUNGARIAN INTER TRADE B.V. (HIT) door de gemeente Schiedam. De rechtbank Rotterdam had eerder op 16 maart 2005 de vervroegde onteigening van een onroerende zaak in Schiedam uitgesproken en een voorschot op de schadeloosstelling van € 650.000,-- vastgesteld. Na deskundigenrapportage heeft de rechtbank op 22 maart 2006 de definitieve schadeloosstelling vastgesteld op € 543.750,-- en HIT veroordeeld tot terugbetaling van een teveel ontvangen voorschot van € 109.510,--. HIT heeft hiertegen cassatie ingesteld, terwijl de gemeente een incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper, die tot verwerping van beide beroepen strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het principale beroep van HIT en het incidentele beroep van de gemeente verworpen. HIT is veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de gemeente, en de gemeente is veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van HIT. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, zonder dat verdere motivering nodig is, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.