ECLI:NL:HR:2008:BB4745
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Aanslag inkomstenbelasting en cassatieprocedure
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X2 tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De Inspecteur had de aanslag na bezwaar gehandhaafd, waarna het Hof het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende heeft hiertegen cassatie ingesteld. De Minister van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, en de Advocaat-Generaal J.A.C.A. Overgaauw heeft geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de uitspraak van het Hof, met verwijzing voor nader feitelijk onderzoek.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de middelen van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen op 8 augustus 2008 door de vice-president en de raadsheren, en is in het openbaar uitgesproken. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie.