ECLI:NL:HR:2008:BB0454
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en willekeurige afschrijving voor startende ondernemers
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1999. De belanghebbende, een startende ondernemer, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die door de Inspecteur was gehandhaafd. Het Hof had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarop de belanghebbende cassatie heeft ingesteld met drie middelen en een klacht. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, en de belanghebbende diende een conclusie van repliek in.
De Advocaat-Generaal J.A.C.A. Overgaauw concludeerde op 28 juni 2007 tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie en tot verwijzing van de zaak. Het Hof had in zijn eerdere uitspraak van 5 juli 2006 geoordeeld dat het belastbare inkomen van de echtgenoot van de belanghebbende hoger was dan dat van de belanghebbende, waardoor de aftrekposten van de belanghebbende terecht waren gecorrigeerd. Echter, omdat de Hoge Raad in een samenhangende zaak (nr. 43401) de uitspraak van het Hof had vernietigd, kon ook de uitspraak in deze zaak niet in stand blijven.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de belanghebbende. Dit arrest benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van de fiscale positie van startende ondernemers en de toepassing van de duurzaamheidseis in het kader van willekeurige afschrijving.