ECLI:NL:HR:2008:AZ9095
Hoge Raad
- Cassatie
- H.J. de Klerk
- A. Hammerstein
- M. de Vries
- Rechtspraak.nl
Indeling van multifunctionele apparaten in het douanetarief
In deze zaak, die op 11 januari 2008 door de Hoge Raad is behandeld, staat de indeling van een multifunctioneel apparaat, aangeduid als 'produkt a', centraal. Dit apparaat kan afdrukken, scannen en fotokopiëren. De discussie betreft de vraag of dit apparaat moet worden ingedeeld onder post 9009 1200, wat betekent dat het als fotokopieerapparaat wordt geclassificeerd, of onder post 8471 60 40 of 8471 60 90, wat verwijst naar afdrukeenheden. De Douanekamer heeft geoordeeld dat indeling onder post 8471 60 40 gerechtvaardigd is, omdat de afdruk- en scanfunctie overheersend zijn en daarmee het wezenlijke karakter van het apparaat bepalen.
De Hoge Raad overweegt dat dit oordeel is gebaseerd op de algemene indelingsregel 3b, die van toepassing is wanneer een apparaat onder twee of meer posten kan worden ingedeeld. Dit is in lijn met het arrest Rank Xerox, waarin is vastgesteld dat multifunctionele apparaten in bepaalde gevallen onder meerdere posten kunnen vallen, ook al vertegenwoordigt elke post slechts één functie van het apparaat. De Staatssecretaris van Financiën betwist echter dat indeling op basis van regel 3b mag plaatsvinden, en verwijst naar het Playstation-arrest, waarin is gesteld dat de indeling moet gebeuren op basis van de stof of het goed waaraan het wezenlijk karakter wordt ontleend, en niet op basis van de functie.
De Hoge Raad concludeert dat, hoewel de indeling op basis van functie niet volledig uitgesloten is, het essentieel is dat het wezenlijke karakter van het samengestelde goed wordt bepaald aan de hand van de fysieke elementen. Dit leidt tot complicaties, vooral bij multifunctionele apparaten, waar functies vaak geïntegreerd zijn in de fysieke elementen. Hierdoor is het moeilijk om specifieke functies aan bepaalde fysieke elementen te koppelen, wat de toepassing van de 'tiebreaker' van algemene regel 3c noodzakelijk maakt. De Hoge Raad oordeelt dat het cassatiemiddel van de Staatssecretaris doel treft en dat de zaak moet worden verwezen voor nader feitelijk onderzoek. De uitspraak zelf wordt niet gepubliceerd.