ECLI:NL:HR:2008:AZ6897
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X2 tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 januari 2006, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De Inspecteur had de aanslag na bezwaar gehandhaafd, maar het Hof verklaarde het beroep gegrond en verminderde de aanslag tot een belastbaar inkomen van ƒ 1.757.030. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, en de Advocaat-Generaal J.A.C.A. Overgaauw concludeerde op 14 december 2006 tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak van het Hof en verwijzing naar een ander gerechtshof voor verdere behandeling. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat alle betrokken partijen akkoord zijn gegaan met een procesafspraak, waarbij de uitkomst van een verwante zaak van de broer van belanghebbende bepalend zou zijn voor de onderhavige aanslag.
De Hoge Raad concludeert dat belanghebbende geen belang heeft bij de toetsing van de uitspraak van het Hof, aangezien de procesafspraak impliciet inhoudt dat de Inspecteur de aanslag ambtshalve zal aanpassen op basis van de uitkomst van de verwante zaak. Hierdoor is het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken op 25 januari 2008.