ECLI:NL:HR:2008:AR4028
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over indeling van douanerechten en de toepassing van bindende tariefinlichting
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door X A/S tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een uitnodiging tot betaling van douanerechten die aan belanghebbende is opgelegd op 16 januari 1998. Het bezwaar dat belanghebbende tegen deze uitnodiging heeft gemaakt, is door de Inspecteur afgewezen. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij de Tariefcommissie, die per 1 januari 2002 is opgevolgd door het Gerechtshof. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar deze uitspraak is door de Staatssecretaris van Financiën bestreden in cassatie.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en zowel het principale beroep van belanghebbende als het incidentele beroep van de Staatssecretaris gegrond verklaard. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verklaart het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur ongegrond. Tevens gelast de Hoge Raad dat de Staat het griffierecht van € 348 aan belanghebbende vergoedt.
De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen aandacht besteed aan de indeling van het product dat door belanghebbende is aangifte gedaan. Het Hof had geoordeeld dat het product moest worden ingedeeld onder postonderverdeling 0406 10 20 van de gecombineerde nomenclatuur, terwijl belanghebbende stelde dat het onder postonderverdeling 0406 20 90 moest vallen. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof niet in stand kan blijven, omdat de omstandigheid dat een product vrijwel vetvrij is, niet in de weg staat aan indeling onder de betreffende postonderverdeling. De Hoge Raad concludeert dat de zaak kan worden afgedaan zonder verdere terugverwijzing.