ECLI:NL:HR:2007:BB9665
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis en schending hoorplicht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 december 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een machtiging tot voortgezet verblijf van een betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam had op 2 juli 2007 een verzoek ingediend bij de rechtbank tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf van de betrokkene. De rechtbank heeft op 18 juli 2007, na het horen van de betrokkene, haar advocaat, de behandelend arts en een verpleegkundige, de machtiging verleend tot uiterlijk 18 januari 2008. Echter, na een faxbrief van de Bopz-arts op 20 augustus 2007, heeft de rechtbank haar beschikking verbeterd, waardoor de machtiging werd verlengd tot 15 februari 2008 zonder de betrokkene of haar advocaat te horen.
De betrokkene heeft tegen deze herstelbeschikking cassatie ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de rechtbank in strijd met artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) had gehandeld door de beschikking te verbeteren zonder haar in de gelegenheid te stellen zich daarover uit te laten. De Hoge Raad oordeelde dat deze klachten een doorbreking van het rechtsmiddelenverbod rechtvaardigen, waardoor de betrokkene ontvankelijk was in haar beroep.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank inderdaad in strijd met de hoorplicht heeft gehandeld, waardoor de herstelbeschikking niet in stand kon blijven. De Hoge Raad heeft de ongedateerde herstelbeschikking van de rechtbank vernietigd en het geding terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling en beslissing.